Een nieuw blog


Blog van kinderboekenschrijfster Netty van Kaathoven. Zoek je informatie over een van mijn boeken klik dan rechts op het juiste label en je krijgt de selectie die je zoekt.
Blogs over enkele reizen van me vind je ook door op het juiste label rechts te klikken.
Wil je me ergens over benaderen mail dan naar zjors#casema.nl en vervang daarin de # door een @

vrijdag 19 december 2014

Een explosieve mix

Mix door elkaar:

* een fantastische Marokkaanse rapper
* een oud maar fit paard dat een nieuw thuis zoekt
* een vreselijke meidenruzie
* een vermeende IS-strijder
* een hysterische moeder
* een kwijt meisje
* twee blinde ruiters
* en ook nog een dove ruiter
* een behulpzame broer met een barrel van een auto
* een fantastische rijopleiding
* te weinig geld

en je hebt de explosieve mix voor een spannend slot van de serie De Paardenmeiden.
In mei te koop, nu al geschreven door ondergetekende.

maandag 8 december 2014

Naar Frankrijk of zoiets

Soms raakt er een stukje van mijn werk verdwaald in een boek. Zoals onlangs mijn gedicht 'Naar Frankrijk of zoiets' in het boek Meliefje, meliefje wat wil je nog meer. Een boek vol verhalen en enkele gedichten van verschillende bekende en minder bekende schrijvers. De opbrengst van het boek is bestemd voor een goed dierendoel, vandaar dat ik er graag een (ongepubliceerd) gedicht voor leverde.
Hier leest u meer over het boek en de Stichting Melief die dieren in nood opvangt.

Ik was het boek alweer bijna vergeten toen ik de recensie op Hebban tegenkwam. Klik hier.
Ik was aangenaam verrast dat mijn gedicht daar bijzonder geprezen wordt. En voor wie nu heel benieuwd is geworden naar het gedicht: ik wil het wel verklappen hieronder. Op voorwaarde dat u van de rest van het boek geniet door het aan te schaffen. Allemaal voor het goede doel, mensen, dus het geeft behalve leesplezier ook een goed gevoel :-)

Naar Frankrijk of zoiets

Zondag gaan we weer op pad
naar Frankrijk of zoiets
Vakantie heet dat en dan kun je
echt niet op de fiets

Da’s jammer want dan kan mijn hond
twee wekenlang niet mee
Mijn papa zegt: ‘Geen modderbeest
in mijn dure BMW’

Vakantie dat is superduf
Kastelen en een kerk
Gelukkig moet mijn vader al
heel snel weer aan ’t werk

‘Jipper gaat naar het pension
Daar heeft zij vast plezier’
zegt mama, maar mijn Jipperbeest
bleef echt veel liever hier

Slapen op mijn voeteneind
Mee fietsen naar het bos
stokken vangen die ik gooi
dan rusten op het mos

Ik laat haar liever niet alleen
dan huilt zij, net als ik
Dus dit is echt het laatste jaar
dat ik het zo nog pik

Of wacht: ik bel nu het pension
‘Zeg, heeft u daar misschien
ergens nog een hokje vrij
voor een jongetje van tien?’
       (c) Netty van Kaathoven

woensdag 19 november 2014

Dat gekift van die meiden!

Een derde deel van het boek is nu af. Wie wil Moonja, wordt het laatste deel van de serie De Paardenmeiden. Inmiddels hebben Femke en Sanne vette ruzie met Malaika die er met een knappe jongen vandoor is. Jaja, je maakt wat mee als schrijfster van paardenboeken! Dat gekift hangt me eerlijk gezegd een beetje de keel uit. Snel verder schrijven dan maar, misschien komt het nog goed aan het einde? Ik weet het niet en twijfel eraan. De meiden zijn een beetje heetgebakerd.
Wat dan weer wel leuk is: Femke en Sanne hebben nu samen een paard, Moonja die mijn trouwe lezers natuurlijk kennen uit het boek Ruzie om Rena. Dus wissel ik vandaag maar eens een paar hoofdstukjes leuk en fantastisch met Moonja af met bleh en bah met Malaika. Wordt vervolgd!
In het voorjaar te koop en o ja, de cover is al klaar.

maandag 27 oktober 2014

De dag die je wist dat zou komen

Natuurlijk had ik al een tijdje door (via de royalty-overzichten) dat de serie InZicht bij mijn uitgeverij Nino niet geweldig liep. Het is een serie over onderwerpen die lastig bespreekbaar zijn met kinderen. Een boek met een fictief verhaal kan dat vergemakkelijken. Elk deel bevat een verhaal met daarachter info en interviews over het onderwerp. Ik schreef er vijf delen voor, in totaal beslaat de serie nu zestien delen.

Mijn delen:
* Guusjes geheim (over incest en seksueel misbruik)
* Actie voor onze roze juf (over homoseksualiteit en homo-ouderschap)
* Ik weet je te vinden (over internetpesten)
* Mijn broer is een boef (over jeugdcriminaliteit)
* Over stresskippen en vegaburgers samen met Evelyne Gorter ( over misstanden in de bio-industrie en vegetarisch eten. Tevens kookboek voor kinderen)


Nu zijn er wel logische redenen te bedenken waarom er van deze boeken geen duizenden verkocht gingen worden. Een boek als 'Guusjes geheim' bijvoorbeeld is redelijk ingekocht door biebs, maar wordt daar nauwelijks uitgeleend. Als kind lees je natuurlijk liever een paardenboek of een piratenboek. Dat snap ik ook wel. Maar op het moment dat het nodig is. omdat er sprake is van seksueel misbruik in de omgeving van een kind is het boek er wel om een en ander bespreekbaar te maken. Ook scholen kochten het goed in, maar daarna stokte het. Natuurlijk ga je niet in de boekhandel voor je nichtje dat jarig is een goed boek over incest of jeugdcriminaliteit kopen. Die markt konden we sowieso niet aanspreken.

Afijn, vandaag meldde de uitgever dus dat de boeken (die ik nog steeds geweldig vind en die me van al mijn 50 boeken het meest dierbaar zijn) worden verramsjt. Dat gaat me toch echt aan het hart. En dan met name 'Guusjes geheim' dat is nog steeds mijn favoriet. Het is ook het boek dat me tot op heden het meeste bloed, zweet en tranen heeft gekost, omdat ik al surfend op het internet voor info op zulke smerige sites strandde en omdat ik in de gesprekken die ik met kinderen had zo vreselijk veel leed ervoer. De uitgever heeft de boeken trouwens nog redelijk lang op voorraad gehouden, ze hebben waarschijnlijk de laatste jaren meer gekost dan ze hebben opgeleverd.

De boeken gaan nog wel verder als e-book, dus de info gaat niet verloren. Maar eigenlijk vind ik dat je als een kind het nodig heeft gewoon een papieren boek zou moeten aanreiken.

Mocht iemand voor school of instelling nog een van de titels goedkoop aan willen schaffen dan kan ik ze nog met megakorting aankopen bij de uitgever. Geef me dan even een seintje.

donderdag 9 oktober 2014

Teuns eigen boek

Daar ging een vinger zeer enthousiast omhoog toen ik vroeg of iemand in klas 7/8 van de Laurentiushof in Vierlingsbeek wist wie ik was. Ik bracht een verrassingsbezoek aan de klas van Teun, de jongen die me op het spoor zette om een boek over oude tractoren te schrijven. Terwijl de rest glazig zat te kijken als antwoord op mijn vraag, wist Teun zowel mijn naam als mijn beroep aan de klas te vertellen.
Blij verrast was hij met het eerste boek van Een eigen tractor voor Thijs dat ik voor hem als cadeautje had ingepakt. Jammer was het natuurlijk wel dat de uitgever de naam wijzigde van Teun in Thijs, maar dat mocht de pret niet drukken.
In de klas zaten ook nog een boel heerlijke fantasten die ter plekke een plot voor een nieuw boek voor me konden verzinnen, maar dat kon ik natuurlijk niet meteen allemaal onthouden. Dus jongens en meisjes van klas 7/8 van juf Francy, als je dit leest, stuur me dan je geweldige ideeën gewoon even over de mail. Misschien ben ik er volgend jaar dan wel weer!
Ik had natuurlijk mijn andere twee nieuwe boeken ook meegenomen en ik had mijn feestblouse aan, want het was een waarlijk feest!
 


woensdag 8 oktober 2014

Een huisjesafwijking




Een land met dit soort huisjes verdient het dat ik er een spannend kinderverhaal omheen verzin. Ik ben dol op petieterige en toch robuuste huisjes waar geen gezin maar wel een ondernemend kind in zou kunnen wonen. Of twee. Ze wakkeren mijn 'ik-wil-een-eigen-hutgevoel' aan.
Nu nog even broeden op de juiste setting. Waarom woont het kind daar en wat voert hij/zij in zijn/haar schild? Het komt vast boven borrelen. (Creuze, Frankrijk)

dinsdag 7 oktober 2014

De drieling


Daar zijn ze dan, de drie boeken die ik afgelopen winter schreef voor Deltas. Verkrijgbaar vanaf 20 oktober in veel boekwinkels. Bestellen bij je eigen boekhandelaar kan natuurlijk ook, dan zijn ze de volgende werkdag vaak al (zonder verzendkosten) aanwezig.

Geschikt voor kinderen van ongeveer 8 tot 11 jaar, hardcover en volledig in kleur geïllustreerd. Ik zeg je: dan is 7,95 echt geen geld! Kijk hoe mooi ze daar samen op mijn bank liggen!

maandag 25 augustus 2014

Een spookachtig bos


Jaren geleden schreef ik een verhaal na een boswandeling waarbij ik langs een inspirerend landgoed kwam met een oud landhuis en mooie bijgebouwen. Alweer 2 jaar terug maakte Silvie Buenen er prachtige illustraties bij. Ik woon daar niet meer in de buurt en nam me voor 'ooit' nog eens het boekje te overhandigen aan de bewoners als ik in de buurt zou zijn. Deze week was ik in de buurt. Ik zocht een uur tot ik het landgoed en het huis terugvond. 
Inmiddels was het donker geworden, maar ik was er nu toch. Dus ik reed bibberend door een spookachtig, stikdonker bos over streng verboden zandwegen, want particulier terrein, naar het enige lichtpuntje dat ik kon ontwaren. 
Daar in het enge donkere bos in een van de bijgebouwen van het landhuis (waar in mijn verhaal de baron is gaan wonen) was een meisje alleen thuis en ze kwam me onbevreesd tegemoet toen ik hun erf opreed. 
Het grote huis blijkt nu onbewoond te zijn (zoals ook in mijn verhaal) en in het kleine boshuisje in het moeras (dat ik in het donker niet terug kon vinden) waar in mijn verhaal de hoofdpersonen onderduiken blijken haar grootouders te wonen. Ik liet twee boekjes achter voor haar grootouders en haar ouders en ben heel benieuwd wat ze vinden van het verhaal dat ik verzon over hun woonplek.


maandag 18 augustus 2014

Hoe weeg je twee kilo vliegen?

Hoe weeg je twee kilo vliegen? Dat vraag ik me al een paar dagen af. Als je ze in een afgesloten doosje doet en ze stijgen op, telt hun gewicht al niet meer mee, volgens mij.
Maar goed, ondanks (of omdat) dat het een lastig probleem is, werd Twee kilo vliegen door ons unaniem als titel gekozen voor het nieuwe moppenboek dat Lizzy van Pelt en ik maken voor uitgeverij De Inktvis .
Door ons eerste moppenboek Een vlieg op je vork weten we nu dat lastige lezers erg gestimuleerd kunnen worden door dit soort korte tekstjes waar ze ook nog eens de blits mee kunnen maken door ze later te vertellen op het schoolplein of thuis.
Vorige keer wisselden we moppen af met raadsels, deze keer met theaterleesmoppen. Elseline Knuttel van De Inktvis is namelijk een groot pleitbezorger van het theaterlezen. Hierbij lezen enkele lezers samen de tekst, als rollen in een toneelstuk. De tekst is ook als een klein toneelstukje geschreven. Uiteraard moeten de kinderen de mop eerst verschillende keren doorlezen voordat ze hem (al lezend) gaan voordragen en dat vinden ze nou net heel leuk. Het repeteren van het verhaaltje bevordert hun leesvaardigheden en hun plezier.
Kortom: Lees en Lach, wordt het devies. Een musthave voor elke leesbevorderaar.

Lekker makkelijk

Een moppenboek schrijven lijkt makkelijker dan het is. Wij wilden alleen moppen verzinnen en verzamelen en herschrijven die niet discriminerend zijn naar anderen (dus geen domme blondjes, twee gekken, domme Belgen, en dergelijke) en die niet grof of seksueel getint (Jantje komt bij de hoeren) zijn. Ik kan je verzekeren, dan blijft er weinig over. Ik schrok me eerlijk gezegd kapot toen ik ging lezen op moppensites die pretenderen kindvriendelijk te zijn. Hierin onderscheidt dit boek zich dus ook van de doorsnee moppenboekjes die ik soms echt niet voor kinderen zou willen kopen.

En dan moesten de teksten dus ook nog naar een laag leesniveau.Op dit moment is de tekst klaar (leesniveau is AVI-M4, dus korte zinnen en woorden) en maakt Lisa Brandenburg de humoristische illustraties in de stijl van het eerste boek. Omdat die nog niet af zijn krijgen jullie hier een plaatje van een vleermuis uit Een vlieg op je vork te zien. Ik ben heel benieuwd wat ze er deze keer weer van maakt!

O ja, voor degenen die zich afvragen waar de titel vandaan komt, een voorproefje (geen theaterleesmop):

Spinnen

Een man komt in de winkel waar je dieren kunt kopen.
‘Heeft u voor mij tien muizen?’ vraagt hij.
‘Jazeker, is het dat of wilt u nog iets?’
vraagt de vrouw van de winkel.
‘Ik wil ook nog veertig spinnen.
En een kilo of twee vliegen.’
‘U heeft zeker een slang die u wilt voeren?’ vraagt de vrouw.
‘Nee hoor, ik heb een nieuw huis,’ zegt de man.
‘Dan snap ik het niet,’ zegt de vrouw van de winkel.
‘Nou,’ legt de man uit,‘Ik moet mijn oude huis net zo achterlaten
als ik het aantrof toen ik het huurde.’


zaterdag 16 augustus 2014

Ja, helaas, dat mag!


Het verlossende telefoontje kwam: wat ik angstig vermoedde bleek waar te zijn. Ik kwam namelijk op een verkoopsite drie nog niet leverbare boeken van mezelf tegen met voor mij onbekende titels:

* Drie vriendinnen op avontuur
* De talentenjacht
* Een eigen tractor voor Thijs

Helaas kon ik uit de titels (die me niet al te sprankelend leken) wel opmaken dat het mijn boeken zou betreffen, met als werktitel:

* Superspeurhond Spiky
* Zing, Goma, zing!
* Tractor Thijs

De uitgever had alle titels gewijzigd. En voor je nu roept: 'Dat mag toch zomaar niet, dat moet je niet pikken!' kan ik je zeggen: 'Dat mag.'
In het contract dat ik met open ogen heb ondertekend staat:
De definitieve titel zal door de uitgever vastgelegd worden, rekening houdend met de reekstitel waarin het boek verschijnt en andere elementen die kunnen bijdragen tot de herkenbaarheid van het boek in het fonds van de uitgever.
Ik had er alleen op gerekend dat de titels eventueel in overleg zouden worden gewijzigd, maar dat hoeft de uitgever dus niet te doen, want dat staat er simpelweg niet.
Daar het een Vlaamse uitgever betreft zit er - is mijn ervaring - ook altijd nog een belevingsverschil tussen woorden in ons land en in Vlaanderen. Zou ik de 'vriendinnen' eerder 'meiden' noemen, in Vlaanderen gruwen veel mensen van die term.

Het meest 'oubollig' vind ik Drie vriendinnen op avontuur. Ik stelde daarover een open vraag op Facebook (zonder te melden dat het vermoedelijk om een titel van mijn eigen boek ging) en de meeste reageerders associeerden deze titel inderdaad met een boek van tientallen jaren her. Uit mijn jeugd, zo ongeveer. De redacteur verzekerde me echter dat titels met vriendinnen erin het altijd erg goed doen in de verkoop. Wellicht is dat ook wel zo in dit specifieke segment.

Het meest verdrietig werd ik van Zing, Goma, zing! dat nu De talentenjacht heet. Ik vond mijn titel perfect passen. Goma (een vluchtelinge) en haar vriendinnen doen mee aan een talentenjacht waarin ze moeten zingen en dansen. Maar Goma kan niet dansen, vanwege een been dat niet meer soepel lopen wil, laat staan dansen, sinds de vlucht uit haar land. Maar Goma (die niet durft te zingen voor een groot publiek) zingt de sterren van de hemel met het onverstaanbare lokale lied over verlangen naar haar geboortegrond en haar leven in Afrika. Dus verzinnen de vriendinnen een act met Goma in de schommel en de andere twee dansend ernaast. Kort gezegd komt er reuring doordat ze (onterecht) niet winnen, overwinnen ze hun tegenslag en krijgen ze het voor elkaar dat Goma uiteindelijk mag zingen in het programma van een van de grootste zangtalenten van ons land. In een heuse sportarena, voor duizenden mensen. Maar natuurlijk durft ze niet en doet ze het toch, met groot succes.
Zing Goma, zing! was een aanmoediging van mij als auteur om vluchtelingkinderen te stimuleren van hun kwaliteiten gebruik te maken, zodat ze een weerwoord hebben tegen onze cultuur waarin ze soms niet welkom zijn.

Wellicht heeft de uitgever helemaal gelijk als er bedacht wordt: een oma in een speelgoedwinkel grijpt meteen naar een boek over een talentenjacht als ze weet dat de kleinkinderen altijd naar The Voice Kids willen kijken. Misschien wordt het boek nu veel meer verkocht dan met de oorspronkelijke titel. Misschien werkt het zo. Ik weet het niet.
Ik weet wel dat ik nog even moet wennen aan de nieuwe titels.
Er blijft waarschijnlijk altijd een spanningsveld tussen wat een auteur creatief gezien het liefst wil en wat de commercie verlangt. En in moeilijke boekentijden zal dat laatste altijd de doorslag geven, dat snap ik ook wel en daar heb ik vrede mee. 
(De illustraties zijn van Emilie Timmermans, boven, en Eefje Kuijl, onder)

maandag 11 augustus 2014

Een massamoord op mijn geweten

En nu vragen jullie je natuurlijk al weken af hoe het afliep met die wespen. Nou slecht dus.
Ik belde de plaatselijke wespenman en die kwam in zijn witte imkerpak en zag geen andere oplossing dan die ik al vreesde. Hij opende de schuurdeur, wierp er een blik in en sloot hem ook weer supersnel met een bewonderend 'wow!'. Hij had dit jaar nog niet zo'n groot nest gezien, vertelde hij me. Als de larven uit zouden komen, zouden er wel 15000 wespen uit kunnen vliegen en die kun je dus echt niet herbergen in een drukbevolkt wijkje als dat van ons. Ik was best een beetje trots op mijn wespenvolkje dat ze zo goed gebouwd hadden. Maar ik zou het niet op mijn geweten willen hebben dat een kind nietsvermoedend een wesp mee naar binnen slikt met haar ijsje of dat een allergische buur wordt gestoken. Een wesp of wat om je heen, oké. Maar duizenden?
Dus de wespenman ging een langere stang halen om aan zijn gifpomp te doen zodat hij er van een grotere afstand mee kon moorden. Hij spoot gif in het nest en verzekerde me dat alle wespen binnen een paar uur dood zouden zijn. De wespen die nog buiten vlogen zouden terugkeren naar het nest en ook overlijden.
Voor de zekerheid moest ik maar een etmaal uit de schuur blijven.
De volgende middag opende ik de schuurdeur en ik schrok me kapot. De hele vloer lag bezaaid met kronkelende wespen die totaal gedesoriënteerd waren en duidelijk leden. Dat was dus niet de bedoeling! Meteen dood, oké, maar geen uren liggen lijden. Dat wilde ik absoluut niet! Ik moest er zowaar een beetje van huilen, zoveel dierenleed.
Dus trok ik dikke kleren aan en dichte schoenen, pakte de vliegenmepper en sloeg ze een voor een naar de andere wereld. Daarna keek ik treurig naar het massagraf in mijn schuur.

Het nest zit er nog, want er komen toch nooit nieuwe wespen in (volgens de wespenman) en als ik het verwijder valt al het gif eruit.
Hij toonde me ook waar de wespen hun bouwmateriaal vandaan hadden gehaald. Ik dacht gewoon dat het slecht geverfd was, maar mijn gezellige houten zitje was door honderden kleine mondjes afgegraasd (klik op de foto voor een vergroting), waarna de beestjes het hout in hun mond kauwden tot een soort papier-maché en er een nest van bouwden. Een waar kunstwerk, dus het spijt me zeer lieve wespen dat ik jullie toch na al dit nijvere werk om zeep heb moeten laten brengen.



donderdag 17 juli 2014

Goed bezig, Netty, of toch niet?

Ik ben zo iemand die het liefst elk diertje beschermen wil. Een mug in de slaapkamer wil ik nog wel eens dood meppen, maar vliegen, wespen, spinnen en zeker bijtjes worden steevast buiten gezet.
Gealarmeerd door alle vreselijke verhalen over de bijensterfte liet ik dit voorjaar alle paardenbloemen staan in mijn tuin, liet de campanula alle paden te buiten gaan, de schijnpapavertjes alle stoepen overwoekeren. Het groeide en bloeide, niet meer normaal! En het zoemde en ronkte in mijn tuin dat het een lieve lust was.
Soms keek de hond me wel geïrriteerd aan als er op een zonnige dag te veel vliegverkeer rond zijn matje op de stoep aanwezig was. Maar over het algemeen dacht ik: goed bezig, Netty, je biedt de natuur een helpend handje.

Vanavond pakte ik de fiets uit mijn fietsenschuurtje. Er vloog een soort mot rond, die bijna in mijn haar vloog en terwijl ik die probeerde te ontwijken, verloor ik mijn evenwicht en zocht steun aan de houten wand van het schuurtje. Daardoor gingen er alarmbellen rinkelen links boven in de hoek, achter de grote opgeslagen bloempotten op een plank. Honderden of zelfs duizenden wespen kwamen me even duidelijk maken dat ik daar niets te zoeken had.
Oeps!
Ik wierp een snelle blik naar de hoek waar ze vandaan kwamen en dat was dus geen klein nestje, nee, dat was een nest ter grootte van een strandbal!
Wegwezen!
Toch moest ik nog even de fietspomp hebben, dus voorzichtig deed ik de deur weer open om te kijken of ik die steekvrij zou kunnen bereiken. Geen wesp meer te zien. Allemaal weer in het nest.
Maar ze zitten er dus wel. En nu weet ik het.
Volgens wat artikelen op internet bevat een normaal nest tegen augustus 5000 wespen. Dit is er dus een van misschien wel 10.000, van die lieverdjes.
Juist ja.

Twee dagen geleden was ik in de schemering nog in mijn tuin aan het werken. Uit de struiken die ik snoeide vlogen hinderlijke insecten weg. Ik stond er in mijn korte rokje en trapte de beesten weg die om mijn benen suisden en daarop landden. Daarbij werd ik een paar keer gestoken, door wat ik dacht dat muggen waren. Maar de volgende ochtend had ik vier dikke plakken op mijn benen die behoorlijk pijnlijk waren. Waren het dan toch dazen geweest, vroeg ik me gisteren af. Maar die zitten hier eigenlijk nooit. Nu denk ik dus dat het wespen waren.
Ik wil er dus geen duizenden in mijn tuin.

Wespen zijn heel nuttig, lees ik. Als je zo'n 300 wespen hebt eten die 5000 muggen en vliegen in een dag. Kijk dat scheelt weer aanzienlijk in de muggenbulten. Maar dan moeten ze dus niet mij gaan steken.
En ze helpen bij het bevruchten van de bloemetjes en de appeltjes. Dus voor elke wesp die gespaard wordt hoeft er een bijtje minder gered te worden. Ook handig om te weten.
Maar toch wil ik er geen duizenden in mijn tuin en huis.

Ik struinde het internet af naar manieren om er vanaf te komen. Gif, gif en nog eens gif, en dan toegepast door bedrijven die er erg graag rijk van worden.
Het liefst zou ik hebben dat een soort wespenimker het nest op zou kunnen halen (het is makkelijk te verwijderen) en elders in de natuur zou plaatsen.
Maar daar lees ik dan weer niks over, want een straal gif erin gaat stukken makkelijker.

Afijn, ik heb nu alle ramen open staan om mijn potdichte huis te luchten, want nu slapen ze, maar morgen wil ik toch het liefst niet binnenshuis opgesloten zitten. Mijn tuin is dus wel van mij, stomme wespen. En van die bijtjes die ik wilde redden, terwijl ik jullie daarmee tegelijk ook voer gaf om je nest op te bouwen.
Dus ik vrees dat er morgen toch...
(Wordt vervolgd)




woensdag 9 juli 2014

Eigen Beheer, dat kost toch veel geld? Deel 2

Lees het eerste deel over publiceren in Eigen beheer: hier

Publiceren in Eigen Beheer moet je alleen doen als je gelooft in je publicatie. Als je vrijwel zeker in kunt schatten dat je boek gekocht gaat worden door vrienden/bekenden en mensen die jij via publicaties, recensiesites en social media kunt bereiken.
Ben jij iemand die geen sociaal leven heeft, met geen familie en weinig (virtuele) vrienden, dan wordt het al lastiger. Als je boek dan ook nog eens niets unieks heeft, dan kun je ook een aanschaf door bibliotheken vergeten. Dan kun je nog altijd die erfenis van ome Jaap daaraan besteden omdat het je ego streelt, maar dan levert het niets op.
Maar als we uitgaan van wel een geïnteresseerd publiek, dan is zo'n uitgave al snel winstgevend. En mijn ervaring is ook nog: heel wat winstgevender dan mijn boeken bij uitgevers. Simpelweg omdat je per verkocht boek een euro of zeven overhoudt in plaats van die ene euro of tegenwoordig bij een geïllustreerd boek zelfs maar die halve euro.

De druk- of printkosten zijn vaak verrassend laag, zelfs als je in eigen land laat drukken. Drukken in een Oostblokland of in China is nog stukken goedkoper. Schrik niet terug van een stevige oplage. Ik vroeg offertes aan voor een project waar ik nu aan werk voor 200 of 400 exemplaren voor een boekje met veel kleurenfoto's van mezelf. De totaalprijs van 400 stuks (offset) lag 600 euro lager dan die van 200 (print) stuks. Ja, inderdaad lager! Daar kun je er dan eventueel nog 200 van op je zolder laten liggen of later cadeau geven aan iemand. Een voorinvestering blijft echter noodzakelijk, dat is eigen aan zakendoen.

Om het risico voor jezelf in te schatten kun je mensen laten voorintekenen tegen een lagere prijs. Wat zelfs sommige uitgevers tegenwoordig doen, is enkele exemplaren laten printen bij een POD-printer en die opsturen naar Biblion voor de biebaanschaf. Aan de hand van die cijfers bepaal je je oplage. Dan loop je dus nauwelijks enig risico.


Bibliotheken

Biblion verzorgt voor het boek de aanschafsuggestie, waarop alle biebs in Nederland kunnen intekenen voor het boek. Het boek hoeft daarvoor geen ISBN te hebben, het maakt het wel gemakkelijker administreren voor hen als het boek dat wel heeft. Maar als het geen ISBN heeft, krijgt het een eigen kenmerk. Biblion maakt van jouw eventuele softcovers zelf hardcovers.

Beide boekjes die ik noemde in mijn eerste blog zijn ruim ingekocht door de biebs, dat maakte ze al snel winstgevend. Het eerste boekje was onder pseudoniem, dus het liftte niet mee op mijn naamsbekendheid. Het tweede wellicht wel. Bibliotheken weigeren de meeste boeken in Eigen Beheer. Zoals ook bij de boeken van uitgevers doen ze hierbij een kwaliteitstoets en kijken ze of het voor lezers iets wezenlijks toevoegt aan het aanbod. Bij mijn 'opaboekje' was dat wel degelijk zo, want over dat onderwerp staat niets in de bieb. Mijn 'Zusjeboekje' viel in een populair leesgenre.

Biblion bestelt de boekjes bij jou als uitgever en betaalt binnen een maand wat je hebt geleverd. 
Ook als het boek geen ISBN heeft, krijg je gewoon de leenvergoedingen via Lira. En nog leuker, je krijgt ook de uitgeversvergoeding via Pro, dus de opbrengst uit die vergoedingen is twee keer zo hoog. Daarbij kan de bieb dus bij een uitgave in Eigen Beheer een leuke inkomstenbron zijn.

ISBN en Centraal Boekhuis?

Je kunt voor je boek een ISBN aanvragen. Verwacht je het boek alleen in eigen kring te verkopen of via je website dan heeft dat geen enkele zin. Wil je het bestelbaar maken via het Centraal Boekhuis dan moet je wel een ISBN aanvragen en je eventueel om de kosten te drukken aansluiten bij een groep kleine zelfstandige uitgevers. Zelf heb ik dat nooit gedaan, de meerwaarde woog naar mijn idee niet op tegen de hoge kosten. De realiteit is dat je boek vrijwel alleen verkocht zal worden via kanalen die jij benadert en recensieblogs en dergelijke en daar kun je altijd je website als bestelmogelijkheid bij noemen. Moet je natuurlijk wel zelf de boeken inpakken en in de brievenbus mikken. Je bespaart je veel werk en veel geld als je die paar potentiële aankopen via Centraal Boekhuis laat lopen, vind ik.

Boekhandels

Volgens POD-printers is je boek als je het bij hen print bij alle boekhandels in Nederland verkrijgbaar. Dat is inderdaad zo als ze zijn aangesloten bij het Centraal Boekhuis. Maar daarmee ligt het nog niet in de winkels.
Het ligt pas in winkels als jij het zelf in consignatie aanbiedt. Dat betekent dat je een middag in je regio rondcrost, inclusief formuliertje, de boekhandelaren vraagt of je je boek daar tegen eigen risico mag neerleggen (liefst als een hoge stapel) en na een paar maanden het geld daar weer gaat ophalen, of je boeken mee naar huis neemt. Boekhandels willen er uiteraard aan verdienen. Indien mogelijk geef ik hun de 40% korting die ze ook bij reguliere verkopen hebben, als dat niet kan wordt het 30% of 20%. Als je het combineert met persberichten in regionale media zijn boekhandels daar vrijwel altijd toe bereid. En daarmee verkoop je er heel wat meer dan via een bestelmogelijkheid via Centraal Boekhuis. En je hebt het oergevoel van warme broodjes aan de man brengen.

Een eigen uitgeverij?

Je kunt voor je eigen uitgaven een eigen uitgeverij oprichten. Misschien ben je al ZZP-er en heb je al een bedrijf dan kun je het daar in onderbrengen. Om serieus te worden genomen heeft het vaak weinig zin, een onbekende uitgever wekt eerder de indruk een POD-bedrijf te zijn en daar zijn veel boekhandels en bibliotheken allergisch voor. Dan kun je er beter geen uitgeverij op hebben staan. De belastingdienst vertelde mij (reken er wel op dat je bij elke andere belastingambtenaar een ander advies kunt krijgen) dat als je zo af en toe iets hobbymatig op de markt zet het niet nodig is dat in een bedrijfsvorm te gieten. Wel geef je je inkomsten dan op bij 'Overige inkomsten' na er eerst je uitgaven van afgetrokken te hebben. 
Het is wat uitzoek- en regelwerk om een eigen bedrijf op te richten, maar ga je er meer mee doen dan heb je ook weer aantrekkelijke aftrekposten. En 'uitgevertje spelen' kan ook heel leuk en leerzaam zijn. Weeg dat af. Maar race niet meteen naar de Kamer van Koophandel als je je eerste uitgave aan je vrienden aanbiedt, is mijn advies.

Heb je tips en advies nodig bij een uitgave in Eigen Beheer kijk dan zeker ook eens op de site en het forum van Schrijven Online.

Samengevat: Een uitgave in Eigen Beheer hoeft geen geld te kosten en levert als je het verstandig aanpakt weinig extra werk op en hoge snelle inkomsten. Ik denk dan ook dat het in de toekomst voor veel publicerende auteurs een nevenbron van inkomsten gaat worden. Zeker voor die boeken die toch al geschreven zijn of die kunnen meeliften op een eerdere bekendheid, bijvoorbeeld in een serie.  

Eigen Beheer is toch voor losers? Deel 1

Deze reactie lees ik vaak op social media.
Mijn antwoord: ja en nee.
Oftewel: niet per definitie.
Even voor het verschil: je hebt boekuitgaven die je bij een POD-printer (Printing On Demand) laat verzorgen en boekuitgaven die je zelf in Eigen Beheer doet.
Ik beperk me nu even tot een uitgave die je in Eigen Beheer uitvoert, dus zonder zogenaamde POD-uitgever (daar zal ik later nog eens een blogje aan wijden).
Bij een uitgave in Eigen Beheer schrijf je de tekst, doe/maak je zelf of regel je elders de redactie, de cover, de vormgeving en de eventuele illustraties. En dan verkoop je het boek zelf.

Kwaliteit

Er kunnen heel triviale redenen zijn om een boek in Eigen Beheer te maken. Het kan zijn dat geen enkele uitgever je boek goed genoeg vindt (terug naar de schrijftafel, zou ik adviseren). Of dat je het niet eens kon worden over de zelfgemaakte tekening op de cover (kijk daar nog eens kritisch naar). Of dat het onderwerp zo precair is dat geen reguliere uitgever er zijn vingers aan wil branden. En nu je het toch al hebt geschreven denk je... juist ja.

Maar vaker is tegenwoordig de reden dat uitgevers wel de kwaliteit van het boek roemen, maar dat ze verwachten er geen commercieel succes van te kunnen maken. Commercieel succes voor hen dan. Dat betekent nog niet dat het voor de schrijver niet commercieel interessant zou kunnen zijn. Of enkel maar egostrelend, dat mag ook. Je hebt zelf namelijk geen duur grachtenpand dat ook moet worden betaald, geen dure overhead in de vorm van uitgeefdirecteuren. Geen groot commercieel team dat een dure boterham wil verdienen. Je hebt gewoon jouw manuscript en de wens dat de wereld in te slingeren.
Waar een uitgever minstens een oplage van zo'n 2000 boeken moet zien te halen, ben jij met 200 boeken al heel wat winstgevender.

De laatste tijd zijn uitgevers voorzichtiger geworden. Vaak hebben ze hun aantal uitgaven per jaar drastisch ingesnoerd. Uitgaven die al toegezegd zijn en soms zelfs al in brochures stonden, maar niet voldoende scoorden bij de voorinkoop, worden met regelmaat gecanceld omdat er geen geld meer voor is. Of uitgevers gaan failliet net nu jij je manuscript zo goed als af had. Zo'n kwalitatief goed manuscript kan in de la worden gelegd of een eigen uitgave worden.

Wat je in ieder geval van een schrijver kunt zeggen die een boek in Eigen Beheer uitgeeft: er is een geloof in een eigen verdienmodel. Anders dan bij een POD-boek, waar een schrijver niets hoeft te investeren en dat ook niet durft blijkbaar, anders was er wel voor een eigen uitgave met bijbehorende winst gekozen.

Wanneer wel Eigen Beheer?

Allereerst moet je iets geschreven hebben dat kwaliteit heeft en dat iets toevoegt aan wat er al aan moois te lezen is. Verlaag je liefst niet tot op het op de markt slingeren van je memoires die erbarmelijk geschreven zijn en niemand interesseren. Die alleen gekocht worden door mensen die jou sneu of lief vinden.
En verlaag je niet tot het uitbrengen van die warrige verhaaltjes die je altijd verzon voor je kinderen en waar zij tekeningen bij gemaakt hebben. Maak daar een leuk boekje van bij een POD-printer en bewaar dat voor je kinderen en kleinkinderen. Tenzij je beroemd bent, dan zijn dit soort dingen wel weer commercieel interessant.

Praktijkvoorbeelden:


Ik schreef (onder pseudoniem, omdat alles wat ik voor volwassenen schrijf onder dat pseudoniem gaat) een fictieboekje dat zich afspeelt in mijn jeugd. Simpelweg omdat ik zag dat er zo weinig bewaard is aan verhalen uit die heerlijke en ook zware tijd en dat vond ik jammer. Uitgevers vonden het boeiend en beeldend geschreven maar twijfelden aan het verkoopsucces buiten de regio waar het zich afspeelt. En zelf kenden ze de regio niet voldoende om er de marketing succesvol te laten zijn. Of ik dat deel op me wilde nemen. En misschien ook zelf een financiële investering wilde leveren voor de totstandkoming? Nou is het zo dat de publiciteit vanwege bezuinigingen op het marketingteam al steeds meer (ook bij reguliere uitgevers) op de auteur zelf neerkomt. Bovendien lever ik mijn werk doorgaans vrijwel foutloos aan aan uitgevers, inclusief flaptekst, foldertekst en persbericht. Als ik dan toch dat werk allemaal moest doen, bleef alleen de coveropmaak over als struikelblok. Ik benaderde een grafisch ontwerper die bereid was om de cover te maken als ik hem in ruil weer een tegenprestatie zou leveren.
Het boekje kwam met een prachtige cover op de markt, ik liet er een paar honderd van printen en verkocht ze. Ook aan de biebs buiten de regio, van Groningen tot Maastricht. Geen wereldaantallen, maar het is wel een boek waar ik een grote opbrengst van kreeg. Simpelweg omdat het printen van zo'n boekje een paar euro kost en als je ze dan verkoopt voor een tientje, dan telt de winst meteen vet aan. En dan niet na anderhalf of twee jaar na schrijven zoals bij mijn uitgevers, maar meteen na een maand of vier alles op de bank. 

Ik schreef ook eens een kinderboek over een opa op de intensive care toen ik in mijn privé-kring daarmee te maken kreeg en er voor kinderen geen boek te krijgen was wat daarover handelt. Wel over kinderen die zelf naar het ziekenhuis moesten, maar niet over ernstig zieke verwanten. Ik bood het aan aan verschillende uitgevers. Tot zes keer toe was het bijna uitgegeven. Een keer kwam er net iets concurrerends op de markt, sorry, dat had een collega niet goed gecommuniceerd, een keer haakte een uitgever af toen hij de prijs voor illustraties opvroeg, een keer besloot een uitgever het fonds ineens te wijzigen en zo ging het maar door.
Rond maart krijg ik vaak aanvragen van stagiaires van Sint Joost om een verhaal van me te mogen illustreren. Linda Heesbeen vond het een uitdaging om dit verhaal te illustreren en dat deed ze zo mooi dat we besloten het samen uit te geven en aan te bieden aan de bibliotheken, zodat het in ieder geval te leen is voor kinderen die met het onderwerp te maken krijgen en voor scholen die iets aan voorlichting willen doen. Linda en ik deelden de winst en hielden er allebei een leuke vakantie aan over. 

Samengevat: mits het manuscript voldoende kwaliteit heeft: Eigen Beheer is niet voor losers, maar voor mensen die graag hun boek aan een groter publiek beschikbaar stellen en daar ook nog wat aan willen verdienen. Eigen Beheer wordt wellicht een van de belangrijke uitgeefmodellen van de toekomst. 

In een tweede blog over Eigen Beheer wat over de zakelijke kanten (anders wordt dit blog te lang). Lees het tweede blog hier




vrijdag 4 juli 2014

De liftvlinder en de megarups


 De liftvlinder

De afgelopen dagen wandelde ik regelmatig op de Strabrechtse hei. Daar werden we zowat gestalkt door kleine vlindertjes. Ik kende ze niet en vroeg een buurtbewoner hoe ze heten. Zij noemen ze melkdrupje, leerde ik, maar de officiële naam die ik op een vlindersite vond was phegeavlinder. Het is een nachtvlinder die overdag vliegt. Tja. Logisch?
'Ze zijn heel tam,' leerde mij de buurtbewoner, maar dat hadden we al gemerkt. Ze lieten zich niet afschrikken door onze loerende blikken en fototoestellen. Sterker nog, ze kwamen op ons af en bleven dan regelmatig een eind meeliften op een vinger of hangend aan een T-shirt. Ze vliegen niet echt handig, misschien gaat meeliften beter.
Er landde er een op de staart van Zjors. Die keek alleen verbaasd om en liet hem zitten. Dorcas besnuffelde het diertje uitgebreid. Zo vaak zie je niet een vliegding in een staart zitten. Hij durfde er niet naar te happen (wat hij wel doet naar luid brommende vliegen), waarschijnlijk was hij beducht voor een reactie van Zjors als hij zijn tanden in diens staart zou zetten. En zo gebeurde het dus dat Zjors hevig kwispelend voor ons uit liep, met de lifter wiegend vastgeklampt aan zijn staart.

Rupsje nooitgenoeg

Verderop zagen we nog megamooie supergrote rupsen. Ze wandelden over het warme zandpad, misschien wilden ze een beetje opwarmen, misschien waren ze alleen maar op weg naar een lekker plantje aan de overkant. Ik houd het voorlopig op rupsen van de koninginnepage (een hele mooie, grote vlinder) hoewel de zwarte dwarsstrepen die daar eigenlijk bijhoren ontbreken. Mocht iemand beter weten welke rups ik zag dan laat ik me graag overtuigen :-) Prachtig waren ze in ieder geval wel met hun onnatuurlijk felle kleur.

Na de brand

Dat de natuur zich daar snel herstelt na de brand van vier jaar terug zie je op de derde foto. Het is er groen en bloemrijk, maar ik vrees dat de natuurbeheerders niet echt gelukkig zijn met de spontane berkenbossen die er overal ontstaan. Mooie plaatjes levert het wel op met de staketsels van de dode bomen tegen de achtergrond van echte Hollandse luchten.

vrijdag 27 juni 2014

Nog niet begrepen versus al wel begrepen

Ik had een financieel meevallertje en achterburen met vet veel lawaai, dus ik besloot een last minute naar een bosrijk vakantiepark te zoeken. Mijn oog viel op een Roompotpark. Ik wilde daar ook nog wat werken, maar zag nergens op de site of ze wifi hebben in de huisjes of in het restaurant.
Misser nummer 1!
Ik bezit als internetfossiel inmiddels wel een smartphone (gekregen van een vriendin die een nieuw toestel kreeg) maar houd die opzettelijk internetvrij. Zo voorkom ik dat mijn verslaving aan social media en mail zich uitbreidt naar elk moment van de dag en vakantie.
Geen nood, dacht ik, ik vraag het even.
Op de site had ik een paar keuzes:
* een postbusnummer voor een brief
* een 0900-nummer, maar dat was alleen voor reserveringen en ook nog duur
* een formulier waarop ik al mijn privégegevens eerst prijs moest geven voor ik een vraag kon stellen
* geen gewoon mailadres, maar wel een aanbeveling: stel uw vraag via Twitter.

Snel, sneller, snelst

Inmiddels heb ik bij bedrijven ervaren dat vragen via social media duizend keer sneller worden beantwoord dan via een gewone mail, dus ik postte mijn vraag over wifi.
Na een paar uur kwam het antwoord in twee tweets (de taalfouten verzin ik er niet bij):
Er is beperkt internet op dit park. Je dient eerst te kijken of er voldoende berijk in de bungalow is. wanneer het berijk voldoende is kan je een internetvoucher kopen bij de receptie.
Daarmee wist ik dus nog weinig, maar oké, ergens op het terrein zou ik dus kunnen internetten. Maar wat ging dat kosten, vroeg ik in mijn volgende tweet.
Daarop kreeg ik het meest efficiënte antwoord dat ik me voor kon stellen:
je kunt het beste even contact op nemen met het park of een mail sturen naar info@roompot.nl en dan zorgen wij dat de mail bij het wolfsven terecht komt 
Dat schoot op. Telefoonnummer van het park ontbrak in de tweet en op de site, maar ze hadden nu wel een mailadres. Maar op de site stond toch dat ik mijn vraag het beste kon stellen via Twitter? Waar bleef dan mijn antwoord?
Geïrriteerd stuurde ik een tweet:
Ik wil gewoon weten wat zo'n voucher kost voor een midweek. Er zal toch wel iemand zijn binnen jullie bedrijf die dat antwoord weet?
Het verlossende antwoord kwam:
voor een midweek betaald u 13 euro.
Daarop heb ik dan maar geantwoord:
Dat meen je niet! Jullie durven wel wat te vragen! Dan ga ik maar een maand onbeperkt online zijn bij mijn provider voor 7,50. 
Ik kan niet anders dan concluderen dat ze het wiel nog net niet echt hebben uitgevonden bij Roompot.

Wie het beter had begrepen: Het Noordbrabants Museum.
Ik bezocht er afgelopen zaterdag op de openingsdag de tentoonstelling Gezin XXL. Ik had vrijkaartjes gekregen omdat mijn boekje 'Zusje, dat ben ik' ook deel uitmaakt van de tentoonstelling die over grote gezinnen gaat.
Of we op de foto wilden bij een driehoog stapelbed, vroeg ons daar de fotograaf.
Dat wilden we.
Vandaag kreeg ik de leuke foto toegestuurd met een vriendelijke mail dat ze hoopten dat we genoten hadden en dat ze het fijn zouden vinden als we de foto en onze ervaringen zouden plaatsen op Facebook. En daar kon ik dan ook nog roze wandelschoenen mee winnen. Kijk, dat wil ik wel, roze wandelschoenen.
Die hebben dus de inzet van social media beter begrepen.





zaterdag 21 juni 2014

Mijn minimoordenaar (of redder)

Gezellig keuvelend op het landweggetje zagen we het konijntje te laat, mijn vriendin A. (de A van Anoniem want daderinformatie) en ik. Ook Zjors en Dorcas hadden andere bezigheden zoals vlaggetjes uitzetten en sporen volgen. De grote hond van A. die we even D. zullen noemen (van Doetieandersnooit) zag het beestje tergend langzaam de berm induiken en daarna in de met gras begroeide sloot springen. Wij zagen D. ook de sloot induiken en verwachtten het konijntje over de wei weg te zien schieten. Maar nee, wat volgde was een ijselijke gil en D. kwam trots tevoorschijn, met in zijn bek een halfwas konijn.

A. sommeerde D. het beestje ogenblikkelijk de vrijheid te geven, wat hij vreemd genoeg nog deed ook.
En daar lag het hummeltje, zijn rug geknakt, maar levend. Even hoopten we dat hij van schrik verlamd was en nog weg zou lopen, maar nee, het diertje lag daar midden op de weg en leed.
Toen hoopten we dat hij spontaan dood zou gaan, maar nee, ook dat gebeurde niet.

Dit kunnen we hem niet aandoen, hij moet dood, vonden we allebei. We knikten en waren het heel erg eens.
We keken om ons heen of we een stok of steen zagen om hem mee te doden. Die zagen we niet en dat was ook niet erg want we zouden allebei niet het lef hebben gehad. Stelletje lafaards dat we waren.
Maar het beestje moest niet langer lijden, dat vonden we heel zeker terwijl dat rare kriebelgevoel van ieks en ach en ah langzaam vanuit onze tenen via onze harten naar onze hoofden steeg.

Inmiddels hadden we de drie honden aangelijnd om hen bij het diertje weg te houden.
'Laat D. het karwei afmaken,' stelde ik voor. Het leek me fair dat hij die opdracht kreeg, hij was tenslotte de veroorzaker van het leed. A. liet D. bij het konijntje, maar inderdaad, dat deed hij nooit en nu ook niet. Hij duwde vriendelijk met zijn grote neus tegen het verlamde achterlijf alsof hij wilde zeggen: Ren nou even door, dan spelen we verder.
Dat schoot niet op.

Inmiddels had kleine Zjors lucht gekregen van dit lekkere hapje. Met de ongeveer tien tandjes die hij nog heeft, verorberde hij al menig konijn, maar die pikte hij dan van een roofvogel of ze lagen al dood aan de kant van de weg. Zou hij ook kunnen en willen moorden? Hij leek me daar te goedaardig voor.
Maar hij hing zich inmiddels zowat op in zijn riem, dus het viel te proberen. Iemand moest het doen en inmiddels wisten A. en ik: en wij niet!
Ik liet de lijn wat vieren. Zjors pakte het beestje op, schudde een keer fanatiek en trefzeker en daar bungelde het kopje levenloos aan het lijfje.
Ach en wee en zonde en wat erg!
En schuldgevoel en spijt en weet ik wat.

Gelukkig zagen we toen dat het diertje ontstoken ogen had, het was waarschijnlijk erg ziek, wat ook verklaarde waarom het niet wegliep voor D.
Daar troostten we ons dan maar mee.

R.I.P lief klein konijntje. Al geknakt voordat je volwassen was.

(O ja, Zjors, dat je het beestje van mij daarna moest afgeven en niet op mocht eten slaat eigenlijk ook nergens op)

vrijdag 13 juni 2014

Ik liet haar door mijn hoofd waaien

Ik stond met vier badpakken in mijn handen. Wat zou het worden, kleurig gestreept, zebraprint, roze of paars. Nee, paars niet, dat was haar kleur, die blijft alleen voor haar.

September vorig jaar belde ik mijn vriendin Liesje. Ze was net terug van een vakantie aan de Spaanse kust, een vakantie die ze gelukkig nog door had kunnen laten gaan nadat ze te horen had gekregen dat ze ongeneeslijk ziek was.
'Kom maar snel langs, Netjo,' zei ze. 'Ik ga bijna dood.' Ze voelde zich  hondsberoerd.
Ik ging de volgende dag bij haar langs.
Zij was niet zo goed in doodgaan, vertelde ze me.
Ik was niet zo goed in zien dat mensen doodgaan, vertelde ik.
Zo worstelden we ons samen door het gesprek. Toen ik naar huis ging gaf ze me een tas met vijf badpakken. Ze had zich voor haar vakantie in het nieuw gestoken, want je wilt er je laatste vakantie op het strand toch een beetje leuk bij liggen, nietwaar, lachte ze.
'Neem die maar alvast mee, anders worden ze straks toch maar weggegooid. Ik ken verder niemand met maat oversized en jij hebt nooit een fatsoenlijk badpak om aan te doen.' Daar had ze een punt!

Een tijdje later belde ik weer.
'Ik ga toch niet dood, Netjo, of in ieder geval nu niet, het was een soort longontsteking en nu leef ik weer. Kun je even een badpak terugbrengen?' Ik reisde weer af. Met haar lievelingsbadpak.

Nu is ze helaas toch gestorven en mijn agenda was leeg en mijn hoofd te vol, dus ik besloot een paar dagen naar zee te gaan om uit te waaien. Met een badpak van haar, maar welk?
Het werd het roze.
Op de camping bedacht ik pas dat Liesje me daar tijdens vorige kampeervakanties ook een paar keer bezocht had. Dat we daar samen in de zon lagen en genoten.

Op haar overlijdenskaart had ze de woorden laten zetten:
Do not stand at my grave and weep
I am not there, I do not sleep
I am a thousand winds that blow
.....

Ik zat nog niet op het strand, met het badpak nog in mijn tas, of ze bezocht me opnieuw. Een felle wind, grote donderwolken verschenen. Hadden we nog wat af te rekenen?
Ik liet me natregenen op het lege strand. En ik liet haar door mijn hoofd waaien. En het was goed.

De volgende dag was ze afwezig, of in ieder geval manifesteerde ze zich niet meer als de wind. Misschien was ze me nu beter gezind. Onder een strakblauwe lucht liep ik fier op het water af in haar roze badpak.
'Het water is nog veel te koud,' waarschuwde een rillende dame. Ze liet haar voeten omspoelen door de kabbelende golven.
'Niet voor mij. Ik zou niet willen dat ze me weer eens een watje noemt,' antwoordde ik, terwijl ik huiverend de golven in dook. En ik zwom. Ik zwom en zij zwom om me heen.
Ik hoefde me alleen maar om te draaien en dan zou ik haar zien.

 

zaterdag 7 juni 2014

Vaarwel, lieve Liesje!

Zo'n 10 jaar geleden haalde ik hondje Zjors uit het asiel en startte ik met schrijven. Die twee dingen hadden met elkaar te maken, want ik schreef over Zjors. Liesbeth/Liesje, toentertijd mijn overbuurvrouw, hielp mij met Zjors. Zij kreeg het voor elkaar om hem te ontdoen van al zijn klitten, ik mocht dat niet van hem. Eindeloos kamde ze hem, zittend op de bank. Hypnotiserend rinkelend, want altijd behangen met vele zilveren armbanden. We fietsten en wandelden en praatten en zwommen. We zwommen veel in een natuurplas waar dat niet mocht. Want we waren samen goed in dingen die niet mochten.

Ik schreef mijn boek over Zjors en zij las het.
'Is dit het beste wat je kunt?' vroeg ze op de haar bekende "diplomatieke" wijze.
Dat was het.
'Laat dan maar zitten,' zei ze en ze had gelijk.

Ik verhuisde en we wandelden niet meer dagelijks, maar af en toe. De plas waar we zo graag zwommen werd hermetisch afgesloten, maar dat lag niet aan ons.
We verloren elkaar regelmatig uit het oog en vonden elkaar even zo vaak weer terug. Dan belden we:
'Hé, Netjo!'
'Hé, Liesje!'
En voort gingen we weer.

Toen Nazrina een boek wilde illustreren had ik niets meer liggen, behalve dit. Ik kortte het in, herschreef hele scenes en toen begon het wat te lijken. Inmiddels was Liesje ziek geworden en we wisten dat het slecht met haar zou aflopen.
Tijd dus om dit boek toch eens af te maken, Liesje speelde er een rol in. Uiteraard zou ik het aan haar opdragen.

Ongeveer tegelijk met de mail van de drukker dat het boek in productie was genomen, kwam het telefoontje 's avonds dat het opeens erg slecht ging met Liesje en dat ze waarschijnlijk snel zou overlijden. Ik ging er meteen de volgende ochtend heen. Ze was weer bij kennis maar erg in de war. Ik probeerde haar uit te leggen dat het boek bijna klaar was en dat het aan haar was opgedragen. Dat kwam niet over. Zjors herinnerde ze zich ook niet meer, maar haar ogen gingen wel glimmen bij de herinnering aan alle wandelingen en fietstochten die we samen met de honden maakten.
Op het moment dat het boek bij me arriveerde was Liesje in slaap gebracht omdat haar pijn niet meer te dragen was.

Ik stel me ons gesprek voor als ze het boek nog had kunnen ontvangen.
'Hé Netjo, dat is aardig van je, maar wat moet ik ermee?' zou ze waarschijnlijk gezegd hebben.
'Hoezo, wat moet ik ermee?' zou ik teleurgesteld antwoorden. 'Dat is toch leuk, kijk dan, hier staat dat het is opgedragen aan jou.'
'Heb ik daar wat aan? Moet dat boek straks mee in de kist misschien?' zou ze me vragen. Want aan directheid geen gebrek bij haar. Dat was ook haar grote charme. :-)
En daarna zouden we samen daverend gelachen hebben om mijn beteuterde gezicht.
Maar zo ging het niet.

Gisteren is lieve Liesje in alle rust overleden.
Vaarwel lieverd!

dinsdag 27 mei 2014

Elk nadeel hep zijn voordeel...

... dacht ik toen het regende en het geen wandelweer bleek te zijn. De kleuren van bloemen komen dan veel mooier uit dan in de zon. En met een beetje mazzel houden ze de druppels vast, en dan krijg je prachtige plaatjes. Blije klaproos in de tuin van vriendin Tineke.
Klik op de foto voor een vergroting.

In blijde verwachting

Afgelopen winter schreef ik me een slag in de rondte. En dan komt er een paar maanden later natuurlijk ineens een berg werk op me af: zetproeven bekijken. Wat is dat leuk! Voor het eerst zag ik de illustraties en ik werd er helemaal blij van.
Ze zijn nu naar de drukker, dus een spannend afwachtmoment!
De drie boeken van uitgeverij Deltas gaan in augustus waarschijnlijk het levenslicht zien:

* Zing, Goma, zing!
* Superhond Spiky
* Tractor Thijs

Drie boeken die zo ongeveer voor groep 6 geschikt zijn. Boeken met veel kleurenillustraties.
Het eerste boek met drie meiden in de hoofdrol, ze doen een dans- en zangauditie waar iets helemaal fout loopt en waar een spannend avontuur door ontstaat.
Het tweede boek met drie meiden, een superhond en een boshut en gestolen dieren. Ook retespannend!
Boek drie met een hoofdrol voor een jongen en een antieke tractor. En ook een vriendinnetje en een wedstrijd:-) Voor al die jongens die gek zijn op alles wat gromt en rijdt.

De illustraties zijn (in dezelfde volgorde) van Eefje Kuijl, Emilie Timmermans en Mark Janssen. Hier van elk boek alvast een voorproefje.

En daar is Zjors!

Nazrina Rodjan heeft heel hard gewerkt tijdens haar illustratiestage en het resultaat mag er zijn! Vandaag zijn de bestanden klaar en goedgekeurd en geprezen en dat betekent dat het boek nu naar de drukker kan. Naar Pumbo, waar ik altijd kleine oplages voor mezelf bestel. Goede service, altijd bereidwillig om te helpen en een goede prijs als je maar enkele exemplaren wenst. En geen kleine lettertjes waardoor je met je boek aan hen vastzit. Zo hoort een POD-drukker te werken volgens mij.
In eerste instantie hebben we het alleen gemaakt voor onszelf, maar mocht er iemand zijn die het graag wil lezen/bestellen dan kan Nazrina het altijd op 'bestelbaar' zetten. Mail haar of mij dan even.
Misschien dat we het nog ergens aanbieden voor een grotere druk en verspreiding.

Ik ben er blij mee, het is erg mooi geworden. Behalve mijn honden speel ik zelf natuurlijk ook 'geromantiseerd' een rol in het boek. En het doet me deugd hoe ik nu 'te boek' sta :-)
Bedankt Nazrina voor je mooie werk!

donderdag 8 mei 2014

De dag dat mijn broertje verdween

Zo'n anderhalf jaar geleden schreef ik dit blog . Vrijwel meteen had ik een verhaal paraat in mijn hoofd over het meisje in dit blog en haar broertje op deze foto. Of het echt haar broertje is weet ik niet, het zou zo kunnen zijn. Het zou ook evengoed niet zo kunnen zijn.
Het verhaal bleef sudderen in mijn hoofd, maar deadlines van series en afspraken met uitgevers doorkruisten het verhaal. Zo gaan die dingen. Het is tenslotte veiliger een verhaal te schrijven waar een uitgever op zit te wachten dan een waarvan ik wel kan denken dat het fantastisch is, maar waarvan ik nog niet weet welke uitgever ik daarvan kan overtuigen.
Nu er wat ruis op de lijn is gekomen wat betreft andere opdrachten, ontstond er ruimte in mijn hoofd en in mijn agenda om dit idee eens serieus aan te pakken.
En meteen toen ik het document aanmaakte dat als werktitel kreeg: 'De dag dat mijn broertje verdween' begonnen de woorden te stromen. Wat is dat leuk om weer eens iets te schrijven waarvan ik nog niet weet waartoe het zal leiden. Iets dat als een impuls mijn hoofd binnen plopte en er nu uit mag.
Nieuwsgierig naar een voorlopig stukje uit het eerste hoofdstuk?

Maar hij kwam niet terug die dag.
En ook de daaropvolgende dagen niet.
Hij kwam niet en hij werd niet gevonden door mijn vader en zijn vrienden die met hun oude rammelende pick-uptrucks de woestijn uitkamden.
Hij leek van de aardbodem verdwenen, net als zijn ezel. Het trouwe dier dat hem noodlottig zou worden. De ezel die, als je het zuiver beschouwde, de dood op zijn geweten had.
Misschien omdat Samer te veel van hem hield.
Misschien omdat hij hem te veel vrijheid gaf.
Wie zal het zeggen?

Kortom, ik zoek een uitgever voor een spannend verhaal met een exotisch tintje dat zich afspeelt in de oude stad Petra in Jordanië. Verteld door de ogen van een zusje over een jongen en zijn ezel die de dood van een toerist ogenschijnlijk op hun geweten hebben. 

dinsdag 15 april 2014

Nee, dat konden ze niet leveren.

Drie stoere nerds achter de toonbank bij de elektronicazaak.
Nee, ze konden me niet helpen.
Nee, echt, wat ik wilde, dat was zo 2006! Dat konden ze niet leveren en werkelijk waar, dat zou ik in heel Nederland niet meer kunnen bestellen. Al lang niet meer.
Of ik misschien een nieuw fototoestel wilde kopen? Ze hadden er best aardige en heel niet duur.
Nee, ik wilde geen nieuw toestel. Ik wilde gewoon een grotere of een extra SD-kaart voor mijn verder fabeltastische toestel. Ik ben eraan gehecht.
Ze keken me gedrieën meewarig aan.
'Jullie denken zeker: daar heb je er weer zo een van voor de oorlog,' zeg ik beledigd.
'Nee, mevrouw, van u zeg ik verder niks, maar uw toestel, echt dat is te oud!'
'Het is acht jaar oud, dus dat vind ik nou niet echt antiek.'

Afijn, een SD-kaart hadden ze wel, een heleboel zelfs, maar geen gewone, alleen maar van die extra snelle SDHC. En dat pikt mijn toestel niet. Ik moet gewoon een ouderwetse lekkere slome.
Ik raakte verder aan de praat over de fotoboeken op megaformaat die ik altijd maak van mijn fantastische foto's. Met verhalen erbij en dat alles mooi kunstzinnig gemixt.
'Doet u dat zelf? Kunt u dat?' vroeg de ene nerd.
'Ja, waarom zou ik dat niet kunnen? Ik ben wel grijs, maar heel niet dom!'
'Is dat dan wel mooi, zo'n digitaal album?'
Ik keek hem verbaasd aan. Natuurlijk kun je die net zo mooi maken als je zelf wilt. Ik maak altijd albums van 40 bij 40 en blaas mijn foto's dan moeiteloos op over twee bladzijden. Daar zijn ze scherp genoeg voor. Ik had net nog een mooi tulpenalbum gemaakt, vertelde ik hem.
Toen kwam zijn verhaal: binnenkort ging hij trouwen. En daarbij lieten ze natuurlijk foto's maken. Die werden dan digitaal bewerkt, maar daarna lieten ze die afdrukken. En dan, hadden ze afgesproken, zouden ze die foto's gewoon ouderwets in een album plakken. Want alleen dan kreeg je toch het echte ouderwetse albumgevoel.
Ik keek hem eens fronsend aan. 'Misschien is dat wel erg 2006,' dacht ik hardop voordat ik de winkeldeur opentrok en naar buiten stapte.

dinsdag 8 april 2014

Ze kan het!

Nazrina Rodjan illustreert op dit moment tijdens haar stage een verhaal over mijn honden Zjors en Dunya (die in het verhaal Sjef heet en in het echt al een paar jaar dood is) Zie dit stukje voor de oorsprong van het verhaal. En ze doet dat gedegen en goed. Ik word al helemaal blij van alleen maar haar karakterschetsen. Ze weet de honden zo treffend neer te zetten met hun verschillende karakters. Zjors, onschuldig ogend, maar o zo'n boef. Sjef afwachtend en onzeker vanwege die nieuwe wervelwind die zijn leven binnenstormde.

Dit gaat vast fantastisch worden!
Zie hier weer wat leuke plaatjes van de twee honden.
Het blog waarop ze haar vorderingen bijhoudt vind je hier: klik

donderdag 27 maart 2014

Zjors krijgt eindelijk zijn eigen boek!

Schrijfcursus
Een jaar of tien gelden volgde ik mijn eerste schrijfcursus. Ik had toch niets beters te doen, want ik was werkloos geworden toen ons kantoor moest sluiten. Ik had nog nooit iets geschreven, behalve zakelijke teksten. Maar wat vond ik het leuk!
Ik besloot meteen om er mijn nieuwe beroep van te maken. 'Ja, ja,' murmelde men om mij heen. 'Die wil weer eens wat.'
Ik dwong mezelf om elke ochtend iets te schrijven, maakte niet uit wat. Maar al snel boeiden de nonsensgedichten me niet meer, dus ik zocht wat 'stevigers'.
Ik had net een hondje uitgezocht uit het asiel en noemde hem Zjors. Na het ontbijt zat Zjors me altijd verwachtingsvol aan te kijken voor de deur naar mijn kantoor. Je ging hier toch altijd wat doen? leek hij te denken.

Een onderwerp
Ik besloot een verhaal te verzinnen rondom zijn duister verleden. Het enige wat we van hem wisten was dat hij was gevonden in een bos bij Breda en dat hij blijkbaar nog amper buiten een hok was geweest. Lopen kon hij nauwelijks, na 100 meter zakte hij door zijn pootjes. Hij is dus de eerste weken heel wat rondgedragen in een doek of tas rond mijn nek. Dat je tijdens een wandeling buiten mocht poepen en plassen was ook iets wat hem verbaasde. Twee keer per dag, om 8 uur 's morgens en om 6 uur 's avonds rende hij naar de achterdeur, deed zijn behoeften snel in de tuin en rende weer naar binnen. Zo was het hem blijkbaar geleerd. Gelukkig had ik nog een hond en na een week of wat ging Zjors hem nadoen en ook af en toe een plas tegen een struik plegen. De eerste keren dook hij nog in elkaar om de bijbehorende klap (die natuurlijk niet kwam) op te vangen.
Vanwege een ernstig oogprobleem moest hij meteen onder het mes en daarna nog een keer en met een grote kap om zijn nek lopen. Geen pretje voor hem.

Een dappere dribbeldruiter
Ik verzon als troost voor Zjors een verhaal over zijn afkomst en maakte dat verleden heel wat mooier dan de werkelijkheid ongetwijfeld was geweest. Ik voltooide het verhaal tot iets wat ik een manuscript noemde, gaf het de nauwelijks uit te spreken titel 'Zjors, een dappere dribbeldruiter' en stuurde dat naar diverse uitgevers. Die stuurden het allemaal braaf terug.
En daar lag mijn allereerste Geweldige Manuscript te verstoffen in een virtuele la. In de loop der jaren kreeg het gezelschap van diverse andere AGM's (Afgewezen Geweldige Manuscripten).
En ondertussen werd ik schrijfster van beroep en publiceerde 46 WGGM's (Wel Gepubliceerde Geweldige Manuscripten).

Stage
Tot een tijdje terug Nazrina Rodjan mij benaderde voor haar derdejaarsstage van de illustratieopleiding van Sint Joost Breda. Ze bleek van honden te houden en die te willen illustreren. Ik bekeek nogmaals waarom de uitgevers mijn Geweldige Manuscript niet als zodanig hadden weten te herkennen en herschreef het. Het werd vooral fiks ingekort, less was in dit geval zeker more. Wat had ik lopen zeuren over dat beestje, zeg!
Zo was het mooi en zo zou het eindelijk een boek kunnen worden.
Of dat commercieel interessant zal kunnen zijn, boeit ons niet, als alles loopt zoals het ongetwijfeld zal lopen, heeft Zjors straks zijn eerste eigen boek en heeft Nazrina een leerzame stage-ervaring en een mooi product om te laten zien. We gaan ervan uit dat dit alleen voor onszelf wordt gemaakt. De eerste schetsen die Nazrina maakte zijn veelbelovend, vind ik. Bovenaan zie je een schets waar ze Zjors heel treffend levensecht heeft afgebeeld, zo wordt hij niet in het boek weergegeven. Want net als bij het verhaal, komt iets meer afstand het beeld zeker ten goede. Hierboven zie je schetsen die meer cartoony zijn. Misschien gaat het die kant uit, maar misschien ook niet. Nazrina schetst voorlopig lekker in alle vrijheid verder en probeert diverse stijlen uit. Je kunt haar vorderingen hier volgen.
Ik heb er alle vertrouwen in! Go go, Nazrina!

woensdag 26 maart 2014

Een onruststoker in de les

Voordat het eerste deel van Kai en Kira (Kai wil een pony/Kira wil een pony) helemaal is uitverkocht zorgen we natuurlijk voor een spannend tweede deel!

De laatste weken heb ik me opgesloten in mijn kantoor vanwege een poging pony Billy een beetje te temmen, want man, o man, wat was dat een onruststoker in de les! Kai werd er helemaal wanhopig van. Maar het is me gelukt!

Ina Hallemans verzorgde alvast de cover, want die moet al snel in de zomerbrochure komen. Je ziet hier dat Billy een beetje rare streken uithaalt.

Mocht de uitgever het net zo'n leuk verhaal vinden als ik het zelf vind, (duimen, duimen!) dan komt het in augustus in de winkel. Hier komt Billy! is de (voorlopige?) titel en Ina moet nog snel aan de slag om deze ondeugd in beeld te vangen. Succes daarmee, Ina!

zondag 16 maart 2014

Diep, diep ontroerd...

Een flink aantal jaren geleden vertelde mijn vader me een verhaal dat me diep raakte. Niet alleen de inhoud van zijn verhaal trof me, maar ook het feit dat hij 50 jaar met een 'soort van geheim' had rondgelopen. We keken naar een programma op tv over moeders die eisten dat hun kindjes, die toen ze overleden niet gedoopt waren, herbegraven zouden worden op het kerkhof.
Mijn vader vertelde mij over de respectloosheid waarmee er was omgegaan met een kindje dat hij voor buren naar het kerkhof had gebracht. Ik schreef er een verhaal over, het is hier te lezen.

Ik zond het in naar een literaire wedstrijd in Zwolle en won er een tweede prijs mee. Een oudere acteur las het verhaal voor en het bleek enkele mensen tot tranen te beroeren. Zodat ik zelf ook weer tranen in de ogen kreeg, het leek wel of ik het mijn vader opnieuw hoorde vertellen. Na afloop klampten mensen me aan die iets soortgelijks hadden meegemaakt en dat diep weggestopt hadden. Oude wonden gingen schrijnen.

Het verhaal lag in een virtuele la en hield me bezig tot ik de vraag kreeg een bijdrage te leveren voor de (vandaag verschenen) bundel Schijndel vol verhalen.
Dit verhaal speelde zich af in Schijndel, dus ik zond het in. Het verhaal verdiende een plek in een boek en vooral veel lezers.

Eerlijk gezegd was ik huiverachtig voor de illustratie die er bij mijn verhaal zou worden gemaakt. Ik had daar niets over te zeggen en geen inzage in. Ik kon me een dramatische illustratie voorstellen, van mijn vader fietsend in de regen met een doos achterop. Of de doos achtergelaten achter de zerk. Ik hoopte dat het niet waar was. Het naamloze kindje zou daardoor nog doder worden.

Diep, diep ontroerd was ik dan ook toen ik de illustratie zag die Linda Rampen bij het verhaal had gemaakt. Eindelijk kreeg het kindje een eerbetoon dat het verdient. Het kindje is opnieuw begraven, in een verhalenbundel, met een prachtige illustratie als 'grafsteen'.
Een monumentje voor ieder onbekend en oneervol begraven kindje.
Het kindje heeft rust, het verhaal laat me los.

Bedankt Linda!



zondag 9 maart 2014

Gewoon twee jongens verliefd op elkaar

Voor de bibliotheken maakt Biblion altijd een recensie van een boek. Aan de hand van die beschrijving kiezen de biebs of ze het boek in de collectie op zullen nemen of niet. Ik ben erg blij met de recensie van Ruzie om Rena.
Er staat onder andere:

Aantrekkelijk en spannend paardenverhaal waarin veel gebeurt en dat goed zelfstandig te lezen is. Ook bijzonder dat het thema homoseksualiteit op een heel natuurlijke wijze verweven is in het verhaal. Er zijn gewoon twee jongens verliefd op elkaar, meer niet. 

En dat is ook precies hoe ik het bedoelde. Rens (15) werd voor het eerst tot over zijn oren verliefd. Op een jongen. En daar hoeft verder geen ophef over te zijn, zo gaan die dingen. Ook als je homo bent. 
In elk paardenboek uit deze serie probeer ik (naast de paardenproblemen) een maatschappelijk thema te verwerken, hier was het dus deze verliefdheid, waar alleen Malaika het moeilijk mee heeft. Zij zou graag zien dat Rens wat meer oog voor haar zou hebben. Maar ja, zo gaat het niet altijd bij aantrekkelijke jongens...

De hele recensie lees je hier: Klik