Een nieuw blog


Blog van kinderboekenschrijfster Netty van Kaathoven. Zoek je informatie over een van mijn boeken klik dan rechts op het juiste label en je krijgt de selectie die je zoekt.
Blogs over enkele reizen van me vind je ook door op het juiste label rechts te klikken.
Wil je me ergens over benaderen mail dan naar zjors#casema.nl en vervang daarin de # door een @

donderdag 8 augustus 2013

Weinig reuring


Huilgeluid

 

Gelukkig weinig reuring op het afgelegen vakantieboerderijtje waar we verbleven. Alleen het hartverscheurende huilgeluid ’s nachts, maar dat bleek al snel een jagende uil te zijn.
Verder weinig reuring en veel rust. Welverdiende rust.
Die wel regelmatig ’s nachts werd verstoord door een onderaards gerommel dat deed vermoeden dat eerdaags de Etna en de Vesuvius gelijktijdig zouden kunnen uitbarsten.
Dat dan weer wel.
Wat kon dat verdulleme zijn?
Al snel werd me duidelijk dat het gerommel vaak volgde op de klaaglijke roep van een stier, drie weilanden verderop, naar rechts.
Het arme beest stond daar vaderziel alleen in een megawei naar zijn eigen stem te luisteren. Te beginnen met een langgerekt ‘Moeoeoeoeoehoeoeoeoeoeoe’ om dan te eindigen met korte en felle uitroepen ‘Oehoe oehoe oehoe oehoe’. Blijkbaar hebben stieren hier moeite met de uitspraak van de B.
Toen ik op een ochtend langswandelde met de drie honden, bleek het indrukwekkende gerommel afkomstig van een antwoordende stier uit de wei links.

Keelgeluid

 
Een gelukkige stier met een stuk of veertig dames die een tijd geleden veel plezier met hem hadden gemaakt, te zien aan het aantal kalfjes dat erbij liep. Met zijn diepe, rauwe keelgeluid waarschuwde hij de eenzame stier om vooral braaf achter de twee dunne draadjes te blijven. Draadjes die mij ineens erg kwetsbaar voorkwamen toen kleine Zjors de grommende stier luid blaffend maande om een beetje in te binden. Mij leek het niet verstandig om twee keer 1000 kilo testosteronbommetjes nog bozer te maken, dus ik spoedde me huiswaarts met mijn onruststoker.
En de rust keerde weer over het heuvelland.

Tot in de middag dat nieuwe geluid zich opdrong.
Regelmatig klonk er een piep of blieb van een of ander apparaat in onze buurt. Het klonk als een waarschuwing dat een batterij leeg raakt. Maar onze telefoons lagen binnen, en een brandmelder buiten op de stoep leek ons ook niet waarschijnlijk.
We kibbelden wat over de herkomst, mijn vriendin en ik.
‘Het komt van de elektrapalen in de tuin,’ vond zij.
‘Het komt van de veranda,’ dacht ik te horen.
‘Jij luistert scheel, het komt van hier. Echt waar.’
‘Nietes, zet je oren eens goed open. Hiero ergens is het.’
Tjongejonge, dat gaf echt reuring.

Geeuw

 
Maar we raakten het eens, het geluid kwam uit de kachel die op de veranda stond.
En het was een waarschuwgeluid: als we niets zouden doen, zou er iets heel erg hard gaan loeien (liefst ’s nachts als we wilden slapen) of iets zou heel erg ophouden met iets te doen waar het voor was en dan zouden er zeker en vast kleine of grote rampen gebeuren. Maar wat kon de technoman des huizes (die elders vakantie vierde) nu in die kachel hebben aangelegd? We haalden de ringen van de kachel en loerden erin en zagen tot onze verbazing…

Helemaal niets!
En de technoman, anders altijd meteen paraat via sms om te vertellen hoe we een euvel konden oplossen, zweeg in alle digitalen.

We controleerden of het geluid misschien toch vanachter de muur kwam, uit de meterkast. Of uit de kelder misschien? De technoman heeft namelijk overal in huis en op het erf onbegrijpelijke pompen en machines die geheel en al zelfstandig allerlei taken uitvoeren zoals kelders leegpompen en moerassen volpompen. Dat er regelmatig ergens een motor ging draaien verbaasde ons al lang niet meer, maar dat er ergens een batterij leeg stond te gaan van een apparaat dat we niet konden vinden was verontrustend. En we wilden gaan slapen inmiddels. En het geluid klonk steeds dringender doordat de donkere nacht alle omgevingsgeluiden had doen verstommen.

We wilden slapen en er zou iets heel ergs gaan gebeuren als we dat daadwerkelijk zouden doen.
Dat was zeker.
We schonken nog maar eens een wijntje in.
Tjongejonge, wat een reuring.
(Wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten