Een nieuw blog


Blog van kinderboekenschrijfster Netty van Kaathoven. Zoek je informatie over een van mijn boeken klik dan rechts op het juiste label en je krijgt de selectie die je zoekt.
Blogs over enkele reizen van me vind je ook door op het juiste label rechts te klikken.
Wil je me ergens over benaderen mail dan naar zjors#casema.nl en vervang daarin de # door een @

maandag 23 september 2013

Verdriet gaat niet door vloeren 1

Het is bijna twintig jaar geleden, maar gisteren plopte ze zo weer mijn gedachten in: het meisje dat ik nooit heb gekend.

Ik woonde in Rotterdam, een flat op Zuid. Omdat ik in het bestuur zat van de huurdersvereniging kende ik veel mensen in de flat. Maar zoals overal had je ook daar mensen die een teruggetrokken leven prefereerden.

Op een dag stond er een lijkwagen voor de flat: o je, voor wie kwam die?
De buurman van schuin onder me stond op straat om niets te hoeven missen van het vertrek van een van onze bewoners.
'Mijn buurvrouw,' zei hij.
'Jouw buurvrouw? Mijn onderbuurvrouw dus?'
'Ja die.'
Wie woonde er eigenlijk precies onder me. Eerlijk gezegd had ik geen idee. Ik kwam zelden op die galerij dus liep ook nooit toevallig langs haar raam. Toen ik er kwam wonen stond de flat leeg.
'Zo'n jong meisje. Lang blond haar. Slank, mooi wel. Schichtig ook. Ze kwam alleen haar flat uit om 's morgens vroeg af en toe een boodschap te doen. Verder zag ik haar ook nooit. Ze zat nooit in de keuken.'
De keuken was de zwaaiplek naar voorbijgangers.
Zijn beschrijving zei me niks. Als ik haar al ooit in de lift had gezien, hield ik haar wellicht voor een bezoekster.
Een jong meisje gaat natuurlijk niet zomaar dood. Op Zuid gingen jonge meisjes dood doordat ze iets in hun drankje kregen, dronken tegen de muur van de tunnel reden of op straat doodgeschoten werden door een jaloerse ex. Maar dit meisje ging thuis dood.
De buurman: 'Ach ja, zo gaan die dingen soms.'

Later hoorde ik dat het meisje zelfmoord had gepleegd. Daar dus, onder mijn voeten. En dat ze al dagen dood in huis lag. Daar dus, onder mijn voeten.
En voorafgaand aan die zelfmoord was ze vast al heel lang en heel intens ongelukkig. Daar zo, onder mijn voeten.
En ik had er nooit iets van gemerkt. Ik kon de gedachte niet van me afzetten dat ik het gevoeld zou moeten hebben als ik maar mijn best had gedaan. Mensen kunnen ongelukkig zijn, ver van me vandaan, maar niet drie meter onder me. Slechts drie meter of nog minder waren we van elkaar verwijderd! En ik wist niet wie ze was.
Dat ik misschien een klein verschil had kunnen maken door haar ooit op te zoeken of mee naar buiten te nemen, dacht ik. Misschien hield ze ooit, voor ze zich volledig terugtrok in de flat en in zichzelf, wel van wandelen in het park, wat ik vier keer per dag deed met de hond.
Er zullen vast andere mensen zijn geweest die wisten van haar ellende en die haar misschien hebben proberen te redden. Vreemd genoeg voelde ik me toch schuldig. Schuldig dat ik nooit het verdriet heb gevoeld van het meisje dat ik nooit heb gekend.
Van alle flatbewoners is zij degene die het vaakst een plekje opeist in mijn herinneringen. Nog steeds, na twintig jaar.

1 opmerking:

  1. Ja, een vreemd idee. Zo dichtbij, zo'n jong meisje en toch niks merken. Droevig.

    BeantwoordenVerwijderen