Een nieuw blog


Blog van kinderboekenschrijfster Netty van Kaathoven. Zoek je informatie over een van mijn boeken klik dan rechts op het juiste label en je krijgt de selectie die je zoekt.
Blogs over enkele reizen van me vind je ook door op het juiste label rechts te klikken.
Wil je me ergens over benaderen mail dan naar zjors#casema.nl en vervang daarin de # door een @

donderdag 5 april 2012

Eendenliefde

(Vandaag zag ik weer een jammerlijk platgereden eend. Vandaar een herplaatsing. Deze column staat in het boekje 'De kwijte winkelkar' van Kaat Roozal, dat nog steeds te koop is)

Eendenliefde

Het is al donker als ik naar huis rijd. Op de rondweg zie ik in het licht van mijn koplampen een eend staan. Stijl rechtop, hoog op zijn poten, snatert hij zijn leed.
Ik minder vaart. Hij blijft staan als een agent. Ik toeter, hij verzet geen stap.
Ik zet mijn alarmlichten aan en stap uit. Er ligt iets aan zijn voeten. Een vrouwtjeseend zie ik als ik hem nader. Om haar heen liggen wat losse veren. Vermoedelijk een ontmoeting met een auto gehad. Ik wil haar niet tot pulp rijden en besluit haar aan de kant te leggen.
Het mannetje snatert steeds luider als ik dichterbij kom. Hij dreigt mij aan te vallen.
Achter mij toetert iemand ongeduldig. Als de knaap in de auto merkt dat ik geen haast ga maken, schiet hij over de middenberm heen en scheert met piepende banden weg. Hij geeft mij nog net zicht op zijn opgestoken middelvinger.
Terwijl ik de eenden nader, de dode en de rouwende, gebeurt er een wondertje. Het mannetje port met zijn snavel onder haar vleugel en zowaar, ze staat wankel op. Hij moedigt haar aan door zacht te blijven prikken.
Als ze even suf om zich heen heeft gekeken, duwt hij haar naar de kant van de weg. Ze waggelt moeizaam voor hem uit, maar het gaat steeds vlotter. Ze bereiken samen de berm, even gaat ze zitten om te rusten, dan vliegt ze aarzelend de sloot over. Het mannetje snatert er blij achter aan. Ik hoop dat ze nog lang genieten van elkaars eendentrouw en vervolg mijn weg.

Een stuk verder zie ik de auto van de ongeduldige jongen ongelukkig tegen een paal geparkeerd. Aan de sporen te zien heeft hij te hard geremd voor de flitspaal.
Hij is uitgestapt en loopt, met zijn mobiel in zijn hand, hinkend naar de gekreukte kant van zijn wagen. Hij redt zich wel, schat ik zo in. Terwijl ik hem aan zijn lot overlaat, steek ik voor het eerst van mijn leven in het voorbijgaan even mijn middelvinger op.

4 opmerkingen:

  1. Heerlijk. Vooral het einde. Ik zie je zo die middelvinger opsteken. :)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Leuk geschreven!
    Voor het eerst in je leven een middelvinger opsteken lijkt me volledig oké in dit soort situaties. ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Normaal gesproken ben ik tegen de middelvinger, maar deze keer juig ik het toe, wat lief en mooi geschreven over de eendeliefde, heel gevoelig:)

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Mijn idee over de eendenliefde is over het algemeen een stuk minder romantisch. Fijn om te lezen!

    BeantwoordenVerwijderen