Een nieuw blog


Blog van kinderboekenschrijfster Netty van Kaathoven. Zoek je informatie over een van mijn boeken klik dan rechts op het juiste label en je krijgt de selectie die je zoekt.
Blogs over enkele reizen van me vind je ook door op het juiste label rechts te klikken.
Wil je me ergens over benaderen mail dan naar zjors#casema.nl en vervang daarin de # door een @

dinsdag 24 september 2013

Verdriet gaat niet door vloeren 2

(lees het eerste deel hier)

Dat zou me geen tweede keer overkomen. Dat wist ik vrijwel zeker. Maar het lot kan soms bizarre vormen aannemen.
Met de nieuwe benedenburen maakte ik snel kennis, ik vertelde hun niet over het ongelukkige meisje dat hier misschien wel haar geest achterliet. Met de buren rechts naast me had ik al langere tijd zwaaicontact en lekkerweertjepraatjes. Links naast me woonde de liftschacht en boven me een ongeveer veertigjarige Poolse man. Die kende ik wel. Ik trof hem vaak in de lift met zijn Rottweiler. Ze zagen er allebei een beetje woest uit, maar in het dagelijks gebruik vielen ze allebei mee, ook het zwarte monster aan het korte lijntje. De man sprak een redelijk woordje Nederlands, al lang voordat het inburgeringsexamen verplicht was.

Voetballers

Dat er een Poolse man woonde verbaasde me wel; de verhuurder was bepaald niet happig op buitenlanders. Iedereen die in de sjieke flat wilde huren moest op kantoor van de makelaar komen. De bankrekening en de doopceel werden dan gelicht. Buitenlanders kwamen blijkbaar niet door de ballotage, die werden verwezen naar de vooroorlogse portiekwoningen verderop in de straat. Hoewel, er woonde wel steeds een ander gastje van een jaar of twintig uit Afrika of elders met een kleurtje, maar die werden daar geplaatst in de flat die Feyenoord huurde. Dat waren getalenteerde voetballers, dus dat telde niet als buitenlander.

'Onze Pool', zoals we hem noemden omdat we zijn naam niet konden uitspreken, liet 's morgens en rond etenstijd zijn hond uit, ging overdag de hele dag naar zijn werk en zat 's avonds altijd thuis. Op zaterdag ging hij boodschappen halen voor een hele week en op zondagmiddag zat hij in de kroeg op de hoek. Waar hij spaarzaam dronk. Nee, daar hadden we geen last van, die had zich keurig aangepast in onze flat vol vermogende ouderen die na de zoveelste inbraak in hun villa in Kralingen een veilige flat hadden verkozen.

Gejank

Tot op een dag zijn hond begon te janken. En dan niet af en toe zo'n klein piepje, nee, het beest loeide de hele flat bij elkaar van 's morgens vroeg tot 's avonds als haar baas terugkwam. Dan was ze even stil als de baas at, maar die vertrok elke avond weer ras naar het belendende café. Soms mocht de hond mee, meestal niet.
Het was toch wel erg zielig voor het beest, vonden we.
Toen ik onze Pool in de lift trof, vroeg ik hem omzichtig of hij wist dat de hond de hele dag jankte en hoe dat dan kwam zo ineens. 'Ze is eenzaam. Ze moet er blijkbaar nog aan wennen dat haar baasje is overleden,' zei hij.
Hoewel ik dat een vreemd antwoord vond - had ik hem wel goed verstaan? Er kon toch niet weer een onbekende zijn overleden, deze keer net boven mijn hoofd - condoleerde ik hem toch maar. Hij wilde er verder niet op ingaan, hij vertrok spoorslags.

Roddelvirus

Ik ging mijn licht eens opsteken bij een medebewoner die het langst in de flat woonde. Erg behept met het roddelvirus waren mijn medebewoners niet en zo kon het gebeuren dat vrijwel niemand in de flat wist dat er inderdaad een oude vrouw in de flat boven me had gewoond en dat die inderdaad onlangs was overleden. Deze man had gezien dat onze Pool met een vrouw inhuisde destijds, een jaar of vijf geleden. De vrouw zat in een rolstoel en was snel daarna bedlegerig geworden, wist hij. Ze was de flat binnen gekomen en er nooit meer uit geweest. In haar oude huis met trappen had ze niet meer kunnen wonen. De hond had haar bewaakt in haar vorige huis en mocht mee naar hier. Af en toe vertelde onze Pool hem hoe het met zijn vrouw ging.
Vijf jaar lang had de vrouw dus boven me - nog geen drie meter van me verwijderd - gelegen en waarschijnlijk gelezen, gepuzzeld, tv gekeken, de langsrazende metro's geteld of de duizenden reizigers die het metrostation uitspuugde bestudeerd. En al die tijd had haar hond trouw aan haar voeten gelegen, tot de man weer thuiskwam. De Poolse man, die volgens mijn medeflatbewoner wel veertig jaar jonger was dan zijn vrouw. Vijf jaar lang en weer wist ik het niet!

Niet lang daarna verdween na klachten de hond van het toneel. Op mijn vraag waar die gebleven was antwoordde onze Pool: 'Weg.'
Een paar weken later stond er een Poolse verhuiswagen voor de deur en daarin verdwenen alle dure meubels van haar of van hen.

Terug

'Nieuwe huurders?' vroeg ik een paar dagen later aan de makelaar die net bij de voordeur een keurig ouder stel uitliet.
'Gelukkig wel,' antwoordde hij. 'Ik was even bang dat ik hem er niet uit zou krijgen, want ze waren natuurlijk getrouwd. Dan doe je er niets tegen als ze zo iemand in huis halen. Maar hij is weer terug naar zijn eerste vrouw en kinderen in Polen. Met haar geld. Want ze was rijk en kinderen had ze niet.'
Misschien was het zo.
Misschien verzon hij het ter plekke.
Maar zelfs al was het zo, dan had onze Pool het volste recht op dat geld als hij het mogelijk had gemaakt dat zij die vijf jaren thuis in haar eigen huis kon blijven wonen. Al die avonden had hij bij haar gezeten, haar eten gekookt, haar gezelschap gehouden en haar waarschijnlijk verzorgd.
Dat vond ik, maar daar dachten een hoop medebewoners ineens anders over. 'Onze Pool' werd toen 'die Pool'.

1 opmerking:

  1. Wat een ontroerend verhaal. Ik krijg er helemaal kippenvel van. Maar u heeft gelijk de man verdiend het. Zo veel zorg dragen voor iemand zonder dat je het kan delen is echt heel zwaar.

    bedankt voor het delen van dit verhaal.

    BeantwoordenVerwijderen