Jawel, jawel, zekers. Te veel zelfs naar mijn zin.
Maar dat is respectloos, dus dat zeg ik dan niet.
Ik zie dan geen pilaren en amfitheaters meer, maar kijk naar die jonge vrouw met baby aan de borst die bedelt, naar de jochies die ondanks dat ze door geweermannen weggestuurd worden, proberen wat kaarten te verkopen aan de toeristen. Naar het zwerfkatje dat een heenweg zoekt achter een grote steen.
Eigenlijk leunt het hele toerisme in Jordanië zwaar op dingen die ooit waren en niet op dingen die nu zijn. Een heel erg groot 'Land van Ooit' zal ik maar zeggen. Dode keien en verlaten dorpen. Zelfs de publiekstrekker Dode Zee is dood.
Ik zie liever de mensen van nu. Hoe (over-)leven ze, zijn ze gelukkig, wat houdt hen bezig.
Ik heb deze vakantie weinig Jordaanse mensen gezien. Overal waar we kwamen zagen we enkel toeristen uit allerlei landen, vanuit het Westen en vanuit het Oosten. Dat maakt het land wel weer erg boeiend. Behalve de vrouwen uit Bangladesh die met mij op de foto wilden, sprak iedereen Engels. Ook de vrouw uit Rusland, die uit Oekraïne, de mannen uit Libanon, de vrouw uit Syrië. Allemaal op bezoek in dit mooie land.
Maar vooruit, voor de liefhebber wat oude keien op een rijtje.
Van boven naar beneden:
* De Citadel van Amman
* De oude stad Jerash in een tropische onweersbui (sorry, gids Bassam dat we je uitmaakten voor 'watje' toen je zei dat we moesten schuilen. Je had helemaal gelijk!)
* De stad Petra
Geen opmerkingen:
Een reactie posten